Adviezen t.b.v. het Basisonderwijs (2)

In een blog van Ivo Mijland las ik woorden die mij raakten vanwege zijn positieve kijk op zorgleerlingen:

Het ‘omdenken’ van een stoere vader
Als een ‘lastig’ ADHD-kind een wandeling maakt met de klas dan… Ja, wat gebeurt er dan? Als de kaarten door de juf al geschud lijken, besluit een vader ze te herschikken.
Een vader wordt gevraagd om mee te helpen met een activiteit in de klas van zijn vijfjarige dochter. De juf organiseert een boswandeling. Voorafgaand aan de wandeling wijst ze de vader op één van de leerlingen die hij onder zijn hoede heeft. Ze zegt: ‘Dat is Johan. Johan heeft ADHD. Pas op, hij loopt weg in het bos. Dit weekend waren zijn ouders hem ook weer twee uur kwijt. Let alsjeblieft goed op hem, want je kunt hem niet vertrouwen.’
De vader besluit de situatie anders te bekijken. Hij zet het jochie op de achterbank van zijn auto, klapt de spiegel om en kijkt hem in de ogen. ‘Johan, ik heb een probleem. We gaan zo naar het bos. Je zult denken dat ik er als papa stoer uitzie, maar ik kan je vertellen dat ik het doodeng vind in het bos. Zou jij een beetje op me willen letten zo meteen?’ In het bos grijpt Johan de hand van de vader. De hele wandeling wijkt hij niet van zijn zijde, apetrots als hij is dat hij voor die stoere papa mag zorgen.

Adviezen vanwege een andere leerstijl
In mijn laatste blog kondigde ik aan om nog een aantal praktische aanbevelingen te doen. Deze kunnen ouders dan op hun beurt doorgeven aan de leerkracht van hun beelddenkende kind, mocht dit nodig zijn:

• Het beelddenkende kind leert in eerste instantie via de ingang van het zien. Daarom is het van het grootste belang dat de volgende aspecten van leren aan bod komen: inzicht, overzicht, visualiseren van de leerstof, visuele ezelsbruggen – het liefst door hemzelf bedacht -, anekdotes en verhaaltjes waaraan hij inzicht en betekenis koppelen kan, het mogen afkijken bij buurman of –vrouw (voor als hij even de draad kwijt is ), genieten van schoonheid (variaties in kleuren, vormen, lettertypes) – het liefst door hemzelf uitgekozen.

• Het beelddenkende kind is creatief en inventief. Laat hem daarom dingen vooral zelf ontdekken. Zijn sterkste manier van leren gaat via ‘vallen en opstaan’. Zo kan de leerstof het beste beklijven.

• De beelddenker heeft een beperkt werkgeheugen. Laat hem daarom de leerstof veel herhalen. Bij sommig eentonig ‘stampwerk’ kan het wonderen doen als het kind verteld wordt waarom het handig is om dit te leren. Zo zou ook de etymologische betekenis van een woordje samen kunnen worden uitgezocht. Ook dit motiveert het ogenschijnlijk stomme leerwerk.

(Wordt vervolgd)

About Pien

In de zelfkenniswerkplaats van Pien helpt de zelfkennismethode (ZKM) op weg naar dichterbij
This entry was posted in Geen categorie and tagged , , , , , , , , , , . Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *