Puberbrein

Overgenomen uit http://www.wateenverschil.info/, een erg goede website over beelddenkende kinderen die een of andere vorm hebben uit het autistisch spectrum

Puberbrein
De puberteit wordt over het algemeen gezien als een roerige en lastige periode. Pubers hebben ook vaak stemmingswisselingen, zijn op- standig en snel geïrriteerd, blijven veel te lang in bed liggen, ruimen hun kamer niet op etc.
Veel gedrag is verklaarbaar als je weet hoe het puberbrein werkt. Hun hersenen zijn nog niet ‘af’: de prefrontale cortex, het voorste hersengebied, is nog niet volledig ontwikkeld. Daardoor kunnen ze hun emoties minder goed onder controle houden, zijn ze snel af- geleid en hebben ze moeite met plannen.
Wat moet je weten over het puberbrein?*

1. De puberteit begint onder invloed van hormonen en gaat gepaard met lichamelijke veranderingen. Bij meisjes gebeurt dit tussen de acht en dertien jaar. Jongens komen meestal een half jaar tot een jaar later in de puberteit.
2. Puberteit en adolescentie is niet hetzelfde. De puberteit is de periode waarin kinderen lichamelijk volwassen worden; adolescentie is de hele periode van volwassen worden, dus ook de geestelijke veranderingen. Dit duurt tot ze een jaar of 25 zijn.
3. Omdat de hersengebieden van een puber nog niet optimaal met elkaar communiceren, vertonen pubers vaak extreem en tegenstrijdig gedrag. Ze voelen minder remmingen en zoeken risico’s op (zoals veel drinken en sexting).
4. Pubers zijn erg gevoelig voor beloning: ze zijn veel gemotiveerder om leuke dingen te doen dan dingen waar ze geen zin in hebben of die op de korte termijn weinig opleveren. Een feest organiseren kunnen ze bijvoorbeeld vaak wel, maar hun huiswerk op tijd afmaken dan weer niet.
5. Het slaap-waakritme verandert. Pubers gaan laat naar bed en staan laat weer op. Door de groei- spurt heeft een puber minimaal 9 uur slaap per nacht nodig. Dat is door de week lastig haalbaar, waardoor de puber in het weekend vaak extreem lang uitslaapt.
6. Pubers zetten zich graag af tegen hun ouders. Hoe harder ze zich afzetten, hoe beter ze hun ‘ik’ ervaren. Dit gedrag heeft dus een belangrijke functie.
7. Pubers zijn het liefst samen met leeftijdsgenoten, in real life of op social media. Pubers spiegelen zich aan elkaar.
8. Pubers zijn in deze levensfase vooral met zichzelf bezig. Ze zoeken een eigen identiteit en streven tegelijkertijd naar acceptatie, waardoor ze erg beïnvloedbaar zijn door leeftijdsgenoten.
9. Egocentrisch gedrag vertonen pubers vooral thuis en dus niet op school of bij hun vrienden. Thuis voelen ze zich veilig en kunnen ze zichzelf zijn. Eigenlijk is het dus een compliment!
10. Positief aan de puberteit is dat pubers snel leren. Ze komen met ideeën, bedenken oplossingen en komen tot nieuwe inzichten. Als ze gemotiveerd zijn, aangemoedigd worden en de ruimte krijgen, ko- men hun talenten tot bloei.
Wat hebben pubers nodig? Veel steun (bijvoorbeeld bij het plannen van schoolwerk) en onvoorwaar- delijke liefde, ook al vind je dat lastig en staat je kind er niet altijd voor open. Hoe je in verbinding blijft met je puber, lees je volgende maand.
* Bron: https://www.gezondheidenco.nl/puberbrein-12-feiten/

About Pien

In de zelfkenniswerkplaats van Pien helpt de zelfkennismethode (ZKM) op weg naar dichterbij
This entry was posted in Geen categorie. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *