Tijdloos

Met de deur in huis vallen
Jelle, een jong beelddenkertje, begroet zijn oom aan de deur met de vraag: “Wanneer ga je weer weg?” Tjonge, zou je denken, dat bezoek vindt Jelle maar niks. Maar nee, hij is er juist heel erg blij mee en wil daarom weten hoelang dit feest gaat duren. Dat is toch handig, niet?

“Ik leef niet in de tijd, alleen in de activiteit”,
is hier thuis een gevleugelde uitspraak, ooit overgenomen van een bevlogen leerkracht. Deze vrouw zet zich enorm in voor de beelddenkertjes onder haar pupillen en is er zelf ook eentje. Zij weet bij uitstek dat deze kinderen zich geregeld verliezen in een activiteit, dus ook in de tijd. Zijn ze bezig met iets leuks, dan vliegt de tijd. Moeten ze een saaie klus doen, dan komt er voor hun gevoel geen eind aan de tijd!
Een heel bekend verschijnsel, maar wel eentje dat bij beelddenkers meer lijkt voor te komen dan bij anderen. Als zij opgaan in hun werk doen ze dat met bevlogenheid, al of niet hyper gefocust. Bij saaie dingen dwalen hun gedachtes echter voortdurend af.

Maar, als het tijdsbesef bij hen zo variabel is, zijn er wel allerlei trucs nodig om zich toch te kunnen redden. Zo helpt mij geregeld een eierwekker. Met zo’n dingetje naast me, kan ik me rustig verliezen in het ene zonder brokken te maken op een ander terrein.

Alle jonge kinderen beginnen als beelddenker
In de eerste jaren van het basisonderwijs neemt het denken met behulp van de linker hersenhelft (het talige denken in kleine stapjes) het bij de meesten geleidelijk over van het denken met behulp van de rechter hersenhelft (het globale denken vanuit het geheel).
Alle jonge kinderen beginnen als beelddenker. Vanaf een jaar of zes à zeven echter zorgt het westers onderwijs er voor dat deze oermanier van informatie verwerken bij de meeste kinderen naar de achtergrond verdwijnt.

Beelddenken: van alle tijden en culturen!
In niet-westerse culturen gebeurt dat niet of in elk geval een stuk minder. Mondelinge overlevering is daar nog heel belangrijk en hele lappen tekst moeten op school worden ingestudeerd.
En wanneer je veel teksten moet memoriseren, wat helpt je dan beter dan het inzetten van je fantasie (in de vorm van verhalen), je mimiek, gebaren en melodieën? Dit zijn allemaal activiteiten die worden geactiveerd door de rechter hersenhelft. Luister je naar gesprekken tussen mensen van bijvoorbeeld Aziatische origine, dan vallen al deze dingen op, ook al versta je er geen woord van. Hun stem zwenkt daarbij ook nog eens met gemak omhoog en omlaag langs wel drie octaven!

Vertellen ze een oud verhaal, dan speelt dit in het hier en nu. “Je wilt toch dat de toehoorder helemaal binnenin het verhaal komt, niet? Dan moet je het ook zo vertellen alsof het nu gebeurt.”

Zelfs bij een gruwelijk verhaal hoort de luisteraar je instemmend toe te stralen.
Tjonge denk je dan als Hollander, dat kun je toch niet maken, je moet nu toch stemmig reageren, niet? Maar nee, juist door zijn enthousiaste reactie wil de luisteraar de spreker laten weten dat hij het plaatje nu ook zelf helemaal in het hoofd heeft!
Over beelddenken gesproken!

Volgende hoofdstukken: 15.Sfeergevoelig, 16.Verbonden met de natuur, 17.Praktisch, 18.Doorzetter, 19.Avontuurlijk, 20.Uitgesproken, 21.Inventief, 22.Grappig, 23.Energiek, 24.Intuïtief, 25.Spiritueel, 26.Inspirerend, 27.Betrokken, 28.Gevoelig voor schoonheid, 29.Veelal bescheiden, 30.Verhalenverzamelaar

About Pien

In de zelfkenniswerkplaats van Pien helpt de zelfkennismethode (ZKM) op weg naar dichterbij
This entry was posted in Geen categorie and tagged , , , , , , , , , . Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *