Gevoelig voor schoonheid

Ik leef alleen nog maar voor de schoonheid
Het is al weer enige tijd geleden dat Hylko (47) mij middenin zijn depressie toevertrouwde dat hij alleen nog maar leefde voor schoonheid. Hylko is kunstenaar in hart en nieren en dyslectisch. De opeenhoping van moeiten in die periode ontlokte hem deze uitspraak. En die is me altijd bijgebleven en heeft daarom als inspiratie gediend voor dit hoofdstuk.

Beelddenkers zijn zo gek dus niet
In 1984 verrichtte wetenschapper en psycholoog Roger Ulrich een onderzoek naar het effect op patiënten van het uitzicht van hun ziekenhuisraam. Het resultaat was verbijsterend. Patiënten die op een mooi landschap uitkeken (of een poster ervan) knapten na een operatie sneller op, kregen minder complicaties en slikten minder pijnstillers. Deze groep werd met een andere vergeleken die slechts een witte muur had om tegenaan te kijken. Beelddenkers zijn zo gek dus niet!

Een kunstzinnig oog
Beelddenkers houden van mooie dingen. Als ze die niet zelf creëren, verzamelen ze er vaak heel wat van. In mijn ervaring zit er in elke beelddenker een kunstenaar verborgen. En dan in de ruimste zin van het woord. Kijk je niet zozeer naar hun knappe teken- of schilderwerk maar naar de meer verscholen uitingen van hun kunstzinnig oog, dan zul je verbaasd staan. De meesten zijn er veelal te bescheiden voor om dit zo te willen zien. Maar daar gaat het volgende hoofdstuk over.

Met gebruik van alle zintuigen
Let eens op het relaas hieronder van een beelddenkster, hoe zij met heel haar hebben en houden verbonden is met haar bloementuin.

Zodra ik de tuin inga, ben ik kunstenaar.
Urenlang kan ik er genieten van de kleuren- en vormenrijkdom. Er gaat geen dag voorbij of ik bedenk wel eens dat ergens een plant een betere plek verdient. Ofwel omdat die nu onvoldoende tot zijn rechtkomt of elders beter combineert met buurtgenoten.
De dagelijks wisselende lichtval op de bloemen, het telkens andere weer en het seizoensverloop maken dat ik nooit raak uitgekeken op mijn kleine creatie.

Voeg hierbij nog het gejubel van de zangvogels of het zachte zoemen van insecten en het plaatje is (bijna) compleet. Ook seizoensverschillen in geluidsverplaatsing beïnvloeden de partituur van mijn tuin. Zoals nu in augustus lijkt alles trager aan te komen dan aan het begin. Het geruis van mijn populier herinnert me aan de branding en zingt in sterk contrast met het fluisterlied van de berk.

Zo blijft ook alles wat er beweegt me fascineren. De bloemen op hun stelen die trots hun pirouettes draaien, de vlinders die daar dwars doorheen hun eigen dansje doen.
En dan de zoete geur van flox en roos als de zon erover strijkt. En die van huid en handen naast de frisse tinteling van snoei- en maaiwerk.

Wat het ook is, mijn tuin biedt me altijd weer nieuwe vakantiesensaties!

Volgende hoofdstukken: 29.Veelal bescheiden, 30.Verhalenverzamelaar
Tweede deel: B1.Hoe meet je beelddenken?, B2.Wat een beelddenker niet is, B3.Cultuur versus beelddenken, B4.Diagnoses, B5.Als Ad(h)d in de familie zit, B6.Als autisme in de familie zit, B7.Tot groei en bloei brengen, B8.Adviezen t.b.v. het Basisonderwijs, B9.Adviezen t.b.v. het Voortgezet onderwijs, B10.Literatuur en websites

About Pien

In de zelfkenniswerkplaats van Pien helpt de zelfkennismethode (ZKM) op weg naar dichterbij
This entry was posted in Geen categorie and tagged , , , , , , , , , . Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *